Waarom mij dit op de fiets te binnen schiet?
Wij, het acteervolk, zijn bij tijd en wijle in de gelegenheid van de koninklijke ervaring.
Een vleiende pruik gaat erop, een mooi gewaad mag aan, een bevlogen vormgever heeft uren van zweet geïnvesteerd om de voorwaarden te scheppen voor ons schitteren.
Een hardwerkende productieassistente heeft voor ons
het pad geëffend door locatie en
publiek op onze komst voor te bereiden, zodat niet de geringste twijfel kan
bestaan over onze status.
Wat een bevrijding om je
eigen vodden naast je neer te leggen en te mogen kruipen in de huid van een
hoogstaand persoon!
Diep door te ademen, ruimte in te nemen, met charme te strooien, met glimlachjes te zegenen, met zorgvuldig gekozen gebaren te ontroeren.
Diep door te ademen, ruimte in te nemen, met charme te strooien, met glimlachjes te zegenen, met zorgvuldig gekozen gebaren te ontroeren.
Daarbij niemand uitsluitend
want een ware koning oordeelt niet, niemand ongewenst confronterend want een
ware koning heeft tact en kleineert niet.
Te weten hoe een waarlijk
waardig persoon doet, denkt en voelt - zo makkelijk gaat het me af
dat ik bijna geloof: Diep van binnen ben ik een koningin.
Toch is het makkelijk om een koning te zijn (of een koningin) waar een volk is, een scepter, een kroon en een troon.
Soms is er minder voor nodig, kan het buiten werktijd gebeuren met een mooie jurk aan, een stel elegante schoenen en huppekee, de rug recht zich, de schreden vertragen, elegantie neemt het voortouw en naar boven drijft de koningin in mij.
Hoe anders 's avonds thuis in een versleten T-shirt dat voor pyjama moet spelen op weg naar de onverwarmde slaapkamer. Geen koningin te bekennen.
Hoe zit dat dan met die innerlijke koning?
Soms is er minder voor nodig, kan het buiten werktijd gebeuren met een mooie jurk aan, een stel elegante schoenen en huppekee, de rug recht zich, de schreden vertragen, elegantie neemt het voortouw en naar boven drijft de koningin in mij.
Hoe anders 's avonds thuis in een versleten T-shirt dat voor pyjama moet spelen op weg naar de onverwarmde slaapkamer. Geen koningin te bekennen.
Hoe zit dat dan met die innerlijke koning?
Ieder kind heeft hem in zich - kijk maar naar die trotse prinsessen, de ridders en edelmannen.
Op verjaardagen en
feestjes zie je ze lopen, hun natuurlijk koningschap uitdragend, de borst trots
naar voren, het kin omhoog van blakend zelfvertrouwen: “Kijk eens Mama, ik ben
een prinses!”
Maar op weg naar volwassenheid schijnt menig koning en het merendeel van de prinsessen verloren te zijn gegaan.
Acteur moet je worden om het blauwe bloed tevoorschijn te mogen toveren.
Of zit het er nog?
Schuilt het ook in anderen, verborgen voor het vluchtige oog?
Acteur moet je worden om het blauwe bloed tevoorschijn te mogen toveren.
Of zit het er nog?
Schuilt het ook in anderen, verborgen voor het vluchtige oog?
Zit misschien, diep en verkreukeld, een prins in de botte taxichauffeur?
Een tot op
duimnagelgrootte samengestouwde edelman in de alcoholistische buurman?
Een ietsiepietsieprinses
in de straatkrantverkoopster bij de Plusmarkt?
Waarom dit mij dus op de
fiets te binnen schiet?
Ik ving een blik op van een goed geklede heer.
Een geïnteresseerde blik die ik niet kan plaatsen want afkomstig van iemand boven mijn stand.
Oh ja, ik was het vergeten, die laarzen en die jas, die combi doet het hem altijd wel.
Ik fietste er misschien een heel klein beetje koninklijk.
Die blik was dus een groet aan de koningin in mij.
Of, ja, in ieder geval toch een groet aan mijn jas.
Ik ving een blik op van een goed geklede heer.
Een geïnteresseerde blik die ik niet kan plaatsen want afkomstig van iemand boven mijn stand.
Oh ja, ik was het vergeten, die laarzen en die jas, die combi doet het hem altijd wel.
Ik fietste er misschien een heel klein beetje koninklijk.
Die blik was dus een groet aan de koningin in mij.
Of, ja, in ieder geval toch een groet aan mijn jas.