dinsdag 1 januari 2013

Even leven a.u.b.

Het is de ochtend van zes december.
"Vieren wij vanavond weer Sinterklaas?" vraagt mijn dochtertje van drie hoopvol.
Het urenlange uitpakken van cadeautjes en de toegestane consumptie van een uitzinnige hoeveelheid pepernoten waren goed bevallen.
 "Nee schat", zeg ik met berustende glimlach,
"Totdat wij weer Sinterklaas vieren moet je nog een heel jaar ............."
 Hier haper ik even en omdat het mij wreed lijkt om zo een jong kind met een heel jaar wachttijd op te zadelen, maak ik mijn zin na een korte denkpauze af met:
"......... leven".
Een heel jaar leven leek mij beter verkoopbaar dan een heel jaar wachten.
Zij protesteerde niet.
Ik vond het achteraf zo'n slechte vondst nog niet.
Wie zou niet liever een jaar leven dan een jaar wachten?
Dat hele gewacht waar we zo onze tijd aan slijten; de een mag er dan bekwamer in zijn dan de ander, over het algemeen associƫren we 'wachten' toch met iets onaangenaams.
Ook het valse 'U mag hier even wachten' - zoals gebruikelijk bij kapper, restaurant, ziekenhuis of andersoortig hulpverlenende instantie - kan niet de dwang verhullen die ons in de situatie van het wachten omsluit.
Nee nee, de schaduwkant van het vermogen om ons te organiseren mag dan - afhankelijk van het milieu - genegeerd, door valse hoffelijkheid verzacht of met veel discipline weggemediteerd worden, zij blijft toch onuitroeibaar de kop opsteken en op crisismomenten onze samenleving ontwrichten.
Volgens mij ben ik daarom op zes december op een goudmijn gestoten.
Op het zoveelste bewijs dat taal onze werkelijkheid alle kanten op kan laten kantelen, als we er maar wijs mee omgaan.
Waarom niet tot structurele verandering verheffen wat als peuterberustende noodgreep begon?
Het bedrukkende 'wachten' vervangen door het sprankelende 'leven'?
Hoeveel aangenamer klinkt het niet om te  
Leven tot de trein komt
Leven tot de telefoon gaat
Leven tot het maandsalaris is gestort
Leven tot de regen ophoudt
Leven tot de file oplost
Leven tot de juiste levenspartner langskomt?
Ik voorzie opbeurende taferelen bij stoplichten.
Leefkamers bij tandartsen.
De NS roept om dat 'er nog tien minuten geleefd' mag(!) worden totdat de vertraagde trein arriveert. 
Wie voelt nog de drang om een bezwaarbrief te schrijven?
Ik zie een hele natie in staat van mildheid en berusting.
Bij het bellen van de belastingdienst zijn er nog 'vijf levenden voor U'.
Vijf levenden, ach, wat een vreugde!
De scheidingsgetallen lopen dramatisch terug.
"Sorry schat, dat ik je heb laten leven"
Liefde viert hoogtij!
En wat willen wij nog meer?
Hooguit dat het iedere dag Sinterklaas is.